VIP – periode van vrijdag 24 november tem vrijdag 29 november

VRIJDAG 24 NOVEMBER – Donderen in Keulen

Ik eindigde de vorige keer met de vier nachtjes slapen voor ik tickets kan kopen voor The Warning. Maar vier nachtjes gaan eigenlijk best nog snel. Vandaag bestel ik mijn tickets.

Maar ik zie al meteen dat er verschillende opties zijn. Ik kan een gewoon ticket kopen of een VIP-ticket. Dan ben ik wel benieuwd wat zo’n VIP ticket inhoudt.

Wat? Ik kan die dan gewoon ontmoeten? Dan moet ik geen twee keer nadenken. Hup, doe mij maar rap een VIP-ticket. En nu heb ik nog tot 19 april 2024 om na te denken over wat ik tegen die drie zussen ga zeggen en hoe ik mijn zenuwen onder controle ga houden.

Maar vandaag staat in het teken van een optreden waar Sofie naartoe gaat. Het is in Keulen. Ik ga zelf niet mee naar het optreden, maar ze wil wel graag dat ik meereis. En dan doe ik dat ook.

We vertrekken rond een uur of drie in de namiddag. Het kan niet eerder voor Sofie. Het is 2u08 rijden volgens Waze. En de deuren van de concertzaal gaan open om 18u30. Binnen die tijd moeten we van Haasrode naar Keulen rijden, inchecken in ons hotel en avondeten vinden. Daarna zal Sofie zich wellicht nog moeten haasten naar de concertzaal. Maar daar hoef ik niet zo bij stil te staan, want tegen dan zit mijn inbreng er eigenlijk al op. Ze gaat met een vriendin naar het optreden.

Waze is echt een superhandige navigatieapp. Er is alleen ook wel een nadeel. Waze geeft eigenlijk best wel accuraat aan wanneer je op de eindbestemming gaat aankomen. Maar zelfs Waze heeft het verkeer niet in de hand. Het is en blijft toch onvoorspelbaar.

En dus ben ik opgejaagd. Eigenlijk maakt het voor mij geen bal uit wanneer ik aankom. Maar voor Sofie wel. Ik snap dat ze zelf op tijd wil zijn voor een optreden. Ik ben ook zo. En dus wil ik op tijd zijn. Voor haar.

Waze zegt dat we om 17u32 gaan aankomen. En onderweg gaat er zelfs nog tijd af. Het lijkt er een hele tijd op dat we om 17u30 zullen aankomen. Dat valt dan nog wel mee. Maar onderweg begint het ineens hevig te regenen. En dat betekent dat we trager gaan rijden. Het is ondertussen ook al donker geworden. En straks moet ik dan ook nog eens in het centrum van Keulen gaan rijden. Dat wordt nog wat.

Maar gelukkig valt dat rijden in Keulen nog wel mee. We rijden de autosnelweg af en dan moeten we een kilometer of 6 rechtdoor. Maar we staan om de haverklap voor het rood. En dan begint de tijd langzaam op te lopen. Het gaat naar aankomst om 17u35. Het gaat naar aankomst om 17u40. Dat is maar 10 minuten later, zal je dan misschien denken. Maar tien minuten is in dit scenario echt een flinke hap tijd.

We komen aan bij het hotel. We hebben de informatie gekregen dat je voor de parkeergarage van het hotel niet kan reserveren. Ik parkeer me langs de kant, en Sofie snelt de auto uit naar het hotel, om daar te vragen of we in de parkeergarage van het hotel kunnen parkeren.

Het is ondertussen al een hele tijd aan het regenen, maar net als Sofie bij het hotel is, begint het ineens nog veel heviger te regenen. Ik ben blij dat ik zelf in de auto zit en dat ik (nog) niet moet uitstappen. Maar dan zie ik ineens een lichtflits, bijna onmiddellijk gevolgd door donder. Onweer? In november? Waar komt dat ineens vandaan? Maar ik ben de weergoden ergens bijzonder dankbaar. Want dit is een zin waar ik niet van verwacht had dat ik het ooit op mijn blog zou kunnen schrijven. Hier komt ‘ie. Ik heb het letterlijk horen donderen in Keulen!

Iets later snelt Sofie terug naar de auto, op een manier dat ik maar hoop dat ze goed gekeken heeft dat er net geen verkeer kwam. De parkeergarage van het hotel staat vol. Maar gelukkig kunnen we wel parkeren in een parkeergarage wat verderop. Dat vind ik slechts een magere troost. Ik heb het eerste minpuntje van het hotel al gevonden, en we zijn nog niet eens ingecheckt.

We verblijven in het Ruby Ella Hotel. En inchecken doe je in dit hotel niet bij de receptie. Nee. Er is gewoon zelfs geen receptie. Je moet inchecken bij de bar. Daar kan je op een schermpje zelf al je gegevens invullen. Maar gelukkig kon je dat vooraf ook doen. En dat heb ik gedaan. Bij mij duurt het inchecken dus nog geen halve minuut. En daarna krijg ik de hotelkaart waar we de kamer mee binnen kunnen. Dat is een primitief uitziend kaartje waar dan het kamernummer op afgeprint staat.

Vlak over het hotel is een restaurant waar je sushi kan afhalen. Daar gaan we snel iets bestellen. Het is echt een piepklein restaurantje. Maar de man achter de toog is bijzonder vriendelijk tegen ons en staat ons te woord in het Engels. Ik kan wel Duits, maar het duurt meestal bij mij ook wel een dag of twee om er een beetje in te komen. En dan laat ik Sofie en de vriendin achter en begeef ik mij naar de hotelkamer. En daar merk ik dat de sushi echt bijzonder lekker is. Dat is dan weer een heel goeie meevaller!

Als Sofie ’s avonds terug is van het optreden, gaan we samen nog even naar de bar van het hotel. Nadien wil ik afrekenen. Ik wil mijn bovenste beste Duits bovenhalen. Maar op de eerste dag is dat altijd nog wel een beetje roestig. De jongedame schakelt dan maar meteen over op het Engels. Ik weet dat ze dat goed bedoelt. Maar ik vind het eigenlijk altijd heel vervelend. Ik wil graag de taal spreken van het land als dat kan.

Ik kijk altijd uit naar het ontbijt als we op hotel zijn. Het is altijd leuk om te ontdekken wat er te vinden valt bij het buffet en dan te kunnen kiezen en genieten. Maar als we het ontbijt gaan verkennen, denk ik eerst dat er ergens nog vanalles moet liggen dat ik niet kan vinden. Is dit het enige dat hier ligt? Dat kan nu toch niet. Maar toch is het zo. Het is vanalles een beetje. Een beetje koffiekoeken. Een beetje yoghurt. Een beetje fruit. Een beetje kaas en een beetje charcuterie. Maar nooit veel. Gelukkig is het wel lekker.

We zijn hier nu toch. Duitsland is heel erg bekend om zijn kerstmarkten. Dus gaan we hier de kerstmarkt ook nog even verkennen. Daarvoor moeten we wel nog eventjes met de metro. En dan valt ons op wat ons al vaak in Duitse steden is opgevallen. Je vindt hier veel zwervers en daklozen en die “verblijven” allemaal in het station of in de buurt ervan. Het is schrijnend.

Het is een heerlijk weertje vandaag in Keulen. Het zonnetje schijnt en het is koud, maar niet heel koud. En dat heeft veel mensen naar deze kerstmarkt gelokt, dat is duidelijk. Het lijkt wel of iedereen dit moment gekozen heeft om naar deze kerstmarkt te komen. Het is tegen het middaguur, maar het is al drummen aan de ingang.

En eenmaal op de kerstmarkt lijkt het nog erger. In het begin kunnen we nog redelijk vrij bewegen. Maar na een tijd voelt het een beetje alsof ik een zandkorrel in een zandloper ben. Ik koop aan een kraampje een Almdudler en wil mij daarna een weg banen naar Sofie en Debora, die een kraam verder staan te wachten. Maar er zit niet veel “banen” in. De massa volk zit hier muurvast. Aan een tempo dat op 1 millimeter per dag lijkt, slenter ik voetje voor voetje vooruit, letterlijk gedragen en tergend traag vooruitgestuwd door en in de massa. Ik ben op nauwelijks 10 meter van hen, maar het duurt zonder overdrijven 5 minuten voor ik bij hen ben.

Gelukkig is er hier alcoholvrije glühwein, die trouwens echt zalig lekker is. Er is – hoe kan het ook anders – heerlijke Duitse braadworst. Er zijn pretzels. Er zijn prulletjes. Elk kraam biedt wel iets anders. In tegenstelling tot de Vlaamse kerstmarkten, Daar heb je om de drie kraampjes weer eens hetzelfde. Maar druk is het hier ook wel dus.

Tot het ineens begint te regenen. En het is best wel grappig. Want de regen is nog geen minuut bezig, of het lijkt alsof hier al de helft minder mensen zijn. Alsof ze door de regen opgelost zijn. Gelukkig zijn wij net rond en hebben we alles gezien. Tijd dus om weer naar huis te vertrekken. Tschüss!

VRIJDAG 29 NOVEMBER – Booghuys

Vandaag ga ik nog eens naar Booghuys. Dat is de stageplaats waar ik iets meer dan 3 jaar als stagiair/vrijwilliger gewerkt heb. Ik ga een bezoekje brengen aan bewoonster Aline. Het is veel te lang geleden. Daar zit een hernia voor iets tussen. Maar vandaag keer ik eindelijk terug.

Buiten is het koud, kil en grijs. En dat verandert meteen van zodra ik binnenkom op mijn oude stageplaats. En dat ligt dan misschien een beetje aan de charmante verschijning van mijn vroegere collega Jennifer. Jennifer is zonder twijfel een van mijn leukste collega’s geweest. Ik voelde me altijd thuis bij haar en ik kon altijd mezelf zijn. En vooral: Jennifer is verschillende keren ook echt een inspiratie voor mij geweest. Hoe zij soms zo liefdevol en rustig met bewoners kan omgaan, dat was vaak echt mooi om te zien.

Het is leuk om Jennifer terug te zien. De volgende keer ga ik wat langer met haar babbelen. Maar nu haast ik mij verder naar huisje 1. Daar doet Françoise al meteen de deur open, alsof ik al aangekondigd ben. Ook zij verwelkomt me hartelijk en vraagt meteen hoe het gaat. Het lijkt bijna alsof ik hier nooit ben weggeweest, ook al ben ik al twee jaar gestopt als stagiair/vrijwilliger. Ook Dimitri komt er bij staan. Ik merk dat het mij toch echt iets doet van hier terug te zijn.

Maar ik ben hier ook voor Aline. Ik schuif meteen bij naast haar aan tafel. Een bewoonster die recht tegenover haar zit, vraagt me meteen of ik familie van haar ben. Dat is wel grappig, want dat vraagt die bewoonster elke keer als ik hier kom. Ik vertel haar dat ik vroeger stagiair was hier, en dat de familie van Aline in Spanje woont, en dat ik haar af en toe nog eens kom bezoeken. Naast Aline zit Jef. Jef is een bewoner die ik ook nog altijd heel goed ken. Ik heb met hem vroeger heel wat gesprekken had over voetbal en vooral over wie hij vroeger allemaal in zijn camion heeft meegenomen. En hij herkent mij nog. Of dat zegt hij toch. Maar als Jef iets zegt, dan geloof ik hem.

Aline is ook blij dat ik er ben. Ik ga samen met haar naar de cafetaria. Ze zwaait uitbundig naar iedereen die er is. Ze kent ook iedereen die er is. Dat is ook niet moeilijk. Ze komt hier elke dag. Ze is liever onder de mensen. En ik ben blij dat ze de moeite nog doet om elke dag eens “buiten” te komen.

Aline drinkt altijd een kriek. Soms drinkt ze er twee. Ik neem altijd een koffie. Aline vertelt over haar voorbije dagen. En ze vertelt ook nog de highlights van haar leven. Dat doet ze elke keer. Sommige dingen ken ik ondertussen al een beetje vanbuiten. Maar dat is niet erg. Ik geniet gewoon van haar gezelschap.

Aline wil altijd trakteren. En dat vind ik niet erg. Ik breng zelf elke keer wafels en speculoos mee. Dat is mijn traktatie voor haar. En zo trakteren we elkaar. Vroeger wou Aline mij soms 20 euro geven alleen voor die wafels en speculoos. Natuurlijk neem ik zoveel geld niet aan. Maar ik vond het altijd moeilijk, omdat ik zag dat ze mij dat graag wou geven. Dit vind ik een ideale oplossing.

Maar toch. De vrijwilligster ziet altijd dat ik mij gewillig laat trakteren door Aline. Gaat die dat niet verdacht vinden? Ga ik nu niet een profiteur lijken? Maar de vrijwilligster lacht als ik haar vertel waarom Aline mij altijd wil trakteren. “Ze wil bij mij ook altijd te veel geven, ik zeg ook altijd dat ze dat niet moet doen.” En ik raak zowaar nog met de vrijwilligster aan de praat, terwijl Aline al onderweg is naar de lift.

Wat later ben ik weer onderweg naar huis. En dat is met de glimlach op het gezicht. Ik mis dat Booghuys echt wel. Ik kom er echt graag terug. Het zit in mijn hart. En ik weet niet hoe het komt. Maar hier voel ik mij 2 jaar na mijn afscheid nog altijd thuis.

In mijn volgende blogpost vertel ik jullie over een meet & greet met de Red Flames, die mij gemengde gevoelens bezorgt en die het einde van een tijdperk lijkt te betekenen. Ik blijf ook in de voetbalsfeer met enkele grappige momenten tijdens onze allereerste match die we bijwonen van Club NXT. En ik heb het ook nog over J’Aime La Vie. Niet het liedje. Wel de film.

Plaats een reactie

Deze site gebruikt Akismet om spam te bestrijden. Ontdek hoe de data van je reactie verwerkt wordt.